De Ultraloop Berg en Dal (Gelderland op zijn mooist)

Op 10 oktober 2009 vond een prachtig loopevenement plaats voor ultralopers en langeafstandswandelaars over een schitterend en afwisselend parcours: de Ultraloop Berg en Dal. Deze start in Berg en Dal, een plaatsje nabij Nijmegen. De afstand van zestig kilometer was voor een beginnend ultralooptoerist als ik nog te behappen. Op 13 april van dat jaar had ik een rondje Texel gedaan, eveneens een loop van zestig kilometer. Die loop verliep heel soepel en tja, dan wil je meer. De streek rond Berg en Dal kende ik nauwelijks. Voor een oud-Gelderlander als ik is dat eigenlijk merkwaardig te noemen. Tot mijn negentiende heb ik namelijk in Lunteren, Midden-Gelderland, gewoond. Dit dorp ligt op de grens van de droge Veluwe en de natte Gelderse Vallei met zijn vele beken en ligt op enige afstand van het rivierengebied. Hoewel ik in mijn middelbareschooltijd met m’n drieversnellingsfiets behoorlijk wat fietstochten door de Gelderse en Stichtse (Utrechtse) contreien heb gemaakt, ben ik nooit met de fiets naar de Betuwe en de Achterhoek gereden. Kennelijk vormt water, ook al is het maar een rivier, een psychologische grens.

Deze zomer kwam ik al surfend op het internet bij puur toeval de Ultraloop Berg en Dal tegen. Op de website www.funrunner-heerlen.nl stonden enkele prachtige foto’s. Toen ik deze had gezien, was ik meteen verkocht. Deze loop moest ik doen en wel naast m’n maandelijkse marathon. Op zaterdagochtend om even na kwart voor zeven toog ik op pad. Het was nog donker en er hing wat mist in de lucht. De weersverwachting was wat minder dan de vorige dag, maar er zou nog wel ruimte zijn voor af en toe zon. Ik hoopte dat de regenbuien niet langdurig zouden zijn. Het zicht om foto’s te maken zou dan wellicht minder fraai zijn. Bovendien liep m’n fotocamera het risico om nat te worden. Om kwart voor negen kwam ik aan bij het vertrekpunt, een clubhuis van een tennisvereniging. Het loperspubliek was geheel anders dan bij een doorsnee atletiekwedstrijd van 5 tot 15 km. Hier liepen de ‘die hards’ en niet te stoppen diesels. Ik schat dat de gemiddelde leeftijd van de lopers ergens tussen de 45 en 50 jaar lag. De motor van dit loopgebeuren, Willem Mütze uit Heerlen, was ook zo’n onverslijtbare diesel. Hij had twee weken daarvoor in Schotland zijn duizendste marathon/ultraloop gedaan. Ik met mijn 109 marathons en 2 korte ultralopen (Jordanië en Texel) was nog maar een groentje. Willem had na Schotland inmiddels zeven marathons/ultralopen gedaan. Voorwaar een haast bovenmenselijke prestatie!

P1120022   P1120039
 P1120046  P1120054
 P1120069  P1120149

Om negen uur gingen we van start. Het deelnemersveld bestond uit 41 personen. Diverse lopers, waaronder de schrijver dezes, hadden een gedetailleerde routebeschrijving gekregen. Weliswaar was de route onderweg uitgebreid voorzien van geplastificeerde routeaanduidingen met pijlen, maar de ervaring had geleerd dat men door een kort moment van onoplettendheid al gauw van de route kan afraken. En probeer in een dicht bos dan maar weer eens op de route te komen. De route liep door bos- en heidegebieden en adellijke domeinen waarvan ik de meeste alleen van naam ken: het Groesbeekse Bos, Heerlijkheid Beek, Rijk van Nijmegen (Duivelsberg), Sint-Jansberg, Reichswald (Duitsland), Mookerheide, Mookerschans, Heumense Schans, Rijk van Nijmegen (Groesbeek-But) en Boswachterij Groesbeek. Onze route kruiste enige andere bekende routes zoals het Pieterpad (Sint-Pietersberg, Limburg – Pieterburen, Groningen) en het Airbornpad Market Garden. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer hadden uitstekend hun best gedaan om de wandelaar uitgebreid te informeren over en te wijzen op bijzondere historische of ecologische waarde van de diverse locaties. Zo waren uitgebreide informatieborden aanwezig over de Limes (de grens van het Romeinse Rijk bij Groesbeek), de Duivelsberg en het bosrandenbeheer. Tijdens de ultraloop passeer je een heel rits plaatsen. De grootste daarvan is Nijmegen. Daarnaast ging de route door kleinere plaatsen als Berg en Dal, Heilig Landstichting, Beek, Ubbergen, en Mook en ook door voor mij onbekende plaatsen zoals Breedeweg, Molenhoek en Wyler (Duitsland).

P1120111   P1120127 P1120171 

Diverse locaties hebben indruk op mij gemaakt. Zo is de moskeeachtige koepelkerk van de Heilig Landstichting heel markant. Midden in een bos rijst opeens een strak, sneeuwwit kerkgebouw op met twee smalle, hoge, haast minaretachtige torens. De Duivelsberg is een spitse heuveltop waarop een cirkelvormige beukenhaag is gepland. Deze plek doet wat mystiek aan. Met wat fantasie zie je een duister nachttafereel voor je. Op een maanloze nacht houden schril lachende heksen in een kring hun heksensabbat. Nadat zij hun riten en oproep aan Lucifer hebben gedaan, verschijnt deze ten tonele en beramen zij samen snode plannen.

P1120217  P1120256 
 P1120276  P1120282
 P1120290  P1120315

De grensstreek met Duitsland kent veel extensieve veehouderij. De weiden staan vol met koeien, paarden, pony’s en schapen. In dit gebied heeft dit vee een echt prinsenleven. Het Reichswald is een prachtig en ecologisch kwetsbaar sprengengebied met bosvijvers. Op diverse plaatsen zie je water uit de grond komen dat via kraakheldere beekloopjes naar het laagland stroomt. Het water zag er zo betrouwbaar uit dat ik uit een van deze sprengen heb gedronken, omdat ik dorst had en de volgende verzorgingspost nog op enige afstand lag. Het water smaakte prima. Op het moment dat ik in het Reichswald was, brak de zon door. Het kon werkelijk niet op een beter moment gebeuren. Ik liep op de grens van het hoger gelegen bosgebied en het lager gelegen moerasgebied. Door de donkere boomstammen heen zag ik de zonnige moerasgronden. Ook het nabijgelegen beukenbos met zijn roodbruine bladerentapijt lichtte fraai op in het zonlicht.

P1120274  P1120319  P1120343 
 P1120354 P1120596  P1120585

Ook de Mookerheide is beslist noemenswaardig. Dit heidegebied ligt op de noordflank van een hoog heuvelgebied dat een prachtig uitzicht biedt over het noordelijker gelegen rivierengebied. In de verte waren twee zwarte spitse silhouetten van de kerktorens van de grote kerk van Cuijk zichtbaar. Het omliggende landschap was wat heiig en de gedaantes van bomen en bosschages varieerden in hun grijstinten. De Mookerheide zag er goed onderhouden uit. Op de heide stonden hier en daar een eenzame eik, berk, beuk en grove den. De bomen hadden hier maximaal de ruimte gekregen om te groeien en hadden nu prachtige brede kruinen. Op het moment dat ik op de Mookerheide was, was het weer omgeslagen. Er hing een regenwolk boven me die de sluizen even wagenwijd open zette. Bovendien was onweer in de buurt want het rommelde zo nu en dan. Ik overwoog nog even te stoppen met lopen totdat de bui met onweerswolk was overgedreven. Bij onweer, en helemaal bij droog onweer waarbij de onweerswolken laag in de lucht hangen, is het namelijk gevaarlijk om op een open vlakte te lopen. Ik voelde me als een rennende bliksemafleider op gympen. Maar naar mijn inschatting was de onweerswolk toch nog op veilige afstand van mij. Bliksemschichten had ik niet gezien. Bovendien klonk het gerommel hoog in de lucht. Het weer was erg wisselvallig tijdens de ultraloop en verschilde zelfs van plek tot plek. Later brak de zon weer door en voelde ik weer wat warmte door mijn natte koude kleren.

Het bosgebied van de Mookerheide was rijk aan paddenstoelen. Naast de bekende vliegenzwam (rood met witte stippen) en elfenbankjes kwam ik ook de zeldzaam voorkomende sponszwam tegen. Het uiterlijk van deze zwam doet met zijn geelachtige kleur en vele gaten echt denken aan een spons. Het exemplaar dat ik ontdekte was fors: anderhalf keer mijn hand. Een andere bijzondere paddenstoel was de stinkzwam. Dit exemplaar had een sneeuwwitte steel en een hoge, smalle bruingroene kop. Deze paddenstoel heeft de vorm van een fallus en verspreidt een onwelriekende geur waar met name vliegen op afkomen. Als een vlieg op de kop van de paddenstoel zit, dan kleeft wat zaad van de paddenstoel aan zijn poten. Gaat de vlieg kort daarna op een andere plek zitten, dan blijft wat zaad op die plek achter waarna een nieuwe paddenstoel kan groeien. Ook op boomstronken groeiden allerhande soorten paddenstoelen waarvan ik de naam niet ken. Een grappig gezicht was een kolonie ranke grijsbruine paddenstoelen op een boomstronk. Ze groeide in groepen dicht bij elkaar en deden me denken aan een kluit opeengepakte groep reizigers met paraplu’s bij een drukke bushalte.

P1120616  P1120625 
 P1120630  P1120641
 P1120634  P1120679

Tijdens het lopen op de Mookerschans had ik een onverwachte ontmoeting die mij even met enige zorg vervulde. Bovenop een heideheuvel zag ik een donkere gedaante staan van een groot harig wezen met vervaarlijke horens. Het zag er voorwereldlijk uit en had rundachtige kenmerken. Het kwartje viel. Het was een Schotse Hooglander. Het beest stond op mijn looppad en had allerminst haast om van het pad af te gaan. Wat te doen? In de tijd dat ik nog in Gelderland woonde, liep ik wel eens over boerenlandweggetjes. Als ik ’s avonds langs een weiland liep waarin koeien graasden, dan gingen deze met mij meedraven. Het was wel een grappig gezicht zo’n hele kudde gnuivende dravende koeien naast me. En het was er veilig want tussen deze koeien en mij zat prikkeldraad. Maar op de Mookerschans was de situatie geheel anders. Tussen dit stuk bovien prehistorie en mij zat geen prikkeldraad. Bovendien hoe zou dit beest reageren op een snel bewegend rennend object? Zou het zijn irritatie opwekken en op mij afkomen zoals een stier op een torreador? De horens van de koe waren ruim 20 cm en ik had er diep respect voor. Gelukkig liep het allemaal goed af. De Schotse Hooglander keek me dromerig aan en sjokte loom de heide op. Even flitste de gedachte door mijn hoofd om een prachtige foto te maken zoals met die milkakoe met koeienbel uit Zwitserland. Maar dit leek me toch wat al te gewaagd gezien die horens. Gevaar moet je niet opzoeken.

P1120760  P1120690 
 P1120736  P1120805
 P1120711  P1120835

Het voert te ver om alles wat je als loper ziet hier op te schrijven. Er komen zoveel indrukken op je af tijdens zo’n tocht. Waar ik veel van heb genoten, waren de vaak prachtige doorkijkplekken op de rand van bos en weidegebied, de prachtige overkappingen van takken over de paden langs een bosrand, de smalle met bladertakken overhuifde paden waar zo nu en dan in de verte een menselijke gedaante was te ontwaren en de vergezichten op de heuvels. Ook de herfstkleuren variërend van vanillegeel tot bordeauxrood van de Amerikaanse eik waren prachtig. Het zal vast geen verbazing wekken dat ik over deze 60 km wat langer heb gedaan dan die van Texel. De Zestig van Texel had ik in 6.24.33 uur gedaan. De Ultraloop van Berg en Dal volbracht ik in 8.13.43 uur. Dat was eerlijk gezegd wel bijna een uur langer dan ik bij de start had verwacht. Maar goed, 816 foto’s maken tijdens een wedstrijd kost ook wat tijd. Bovendien ben ik als vlakke-asfaltloper geen heuvelachtig parcours over onverharde bospaden gewend. Na de finish nam ik een warme douche en kreeg van Willem een glas champagne vanwege zijn 1000ste ultraloop/marathon kort daarvoor. Bedankt Willem! Jij en je organisatie hebben een prachtig loopevenement neergezet. Ik hoop dat de Ultraloop van Berg en Dal een vaste plek gaat veroveren op de Nederlandse hardloopkalender. Ook de verzorging op de verzorgingsposten onderweg was meer dan uitstekend. Dikke pluim van deze rennende reporter!

Raymond

Link naar fotoalbum

contentmap_plugin

Tags: Ultralopen