De bizarre gouden Niagara Falls marathon

Zelden zullen marathonlopers bij hun keuze voor een landschappelijke marathon zo door een natuurverschijnsel geïnspireerd kunnen worden als bij de Niagara Falls. Deze waterval ligt in de grote St Lawrence River die de afvoer vormt van het grote merengebied tussen Canada en de Verenigde Staten. Om enig idee te krijgen van de omvang van dit merengebied: de vijf grote meren herbergen de helft van de zoetwatervoorraad op aarde. De Niagara Falls is in feite de overbrugging van het hoogteverschil tussen Lake Erie en Lake Ontario. De waterval is 57 meter hoog en bestaat uit twee delen: het rechte deel dat op het grondgebied van de Verenigde Staten ligt en the Horse Shoe Falls (hoefijzervormige waterval) dat op Canadees grondgebied ligt. De St Lawrence River vormt tussen Lake Erie en Lake Ontario een natuurlijke grens tussen Canada en de Verenigde Staten. De rivier is breed: gemiddeld bijna een kilometer en heeft een behoorlijke stroming.

Het vertrek van deze marathontrip begon op donderdag 22 oktober. De vliegreis van Schiphol naar Toronto via Washington van bijna 12 uur verliep soepel. Om even na acht uur ‘s avonds kwam ik aan in m’n hostel in vrijwel hartje centrum Toronto. Het hostel zat bordevol met studenten zo te beoordelen aan al het laptopgeweld dat ik om me heen zag. Het leek wel een collegezaal van de Erasmus.

Zaterdag 24 oktober was bestemd voor een bezoek aan de Niagara Falls waar ik in de exporuimte van de Yukon Tower m’n startnummer kon ophalen. De Niagara Falls waren indrukwekkend. Vooral de Mist Boot Trip was spectaculair. Alle deelnemers kregen dunne, lange, blauwe plastic regenjassen met capuchons uitgereikt want de boot voer tot vlakbij de waterval waar de waterspetters je om de oren vlogen. Bij al dat watergeweld voel je je als mens werkelijk nietig. Ik heb heel fraaie foto’s kunnen nemen en ben blij de boottrip te hebben gemaakt.

DSC00988  P1120892 
 P1120949  P1120948
 P1120967  P1130079

De volgende dag was D-day. Om 10.00 uur zou de marathon beginnen. Om kwart voor zes stond ik op en was binnen een kwartier vertrekklaar. De receptie van het hostel had de avond ervoor mij het adres gegeven van het Crowne Plaza Hotel dat een paar honderd meter van het hostel zou liggen. Ik liep naar het opgegeven adres maar zag geen hotel Crowne Plaza. Voorbijgangers op straat kenden het hotel evenmin. Ik ging binnen bij het Days Hotel, een hotelkolos in dezelfde straat. De receptionist bekeek de gegevens, checkte zijn computer en gaf aan dat het hotel bij de luchthaven was gevestigd. De receptionist gaf aan dat een taxi me snel naar de plaats van bestemming zou kunnen brengen en schatte de ritprijs op hooguit $ 50. Een voor de hotelingang in zijn taxi wachtende taxichauffeur gaf me doodleuk aan dat zijn ritprijs naar de luchthaven $ 80 was. Ik had slechts $ 60 op zak en geen creditcard bij me. Ik informeerde nog terloops naar zijn ritprijs naar de Niagara Falls: $ 250. Ik zag de bui al hangen. Het is in wezen overal hetzelfde. Taxichauffeurs zijn uitmelkers. Ik keerde terug naar de receptionist en vroeg of hij voor mij een taxi wilde regelen. Dat wilde hij wel. Om kwart voor zeven kwam de taxi aan. De taxichauffeur wilde mij voor $ 65 naar het Crowne Plaza bij de luchthaven brengen. Ik had geen zin in gedoe om $ 15 en ging ermee akkoord. Ik had nu nog een uur de tijd om op de laatste bus te kunnen stappen die de marathondeelnemers naar de start zou brengen. We reden eerst naar het hostel om m’n credit card en bankpas op te halen. Ik voorvoelde dat ik deze vandaag dringend nodig zou hebben en m’n voorgevoel bedriegt me zelden….

Om half acht kwamen we aan bij het Crowne Plaza Hotel bij het vliegveld. Er stonden twee kleine bussen bij de ingang. Ik haalde opgelucht adem. Gelukkig ik was dus nog op tijd. Bij de receptie informeerde ik of de bussen bij de ingang toch werkelijk de bussen waren van de Niagara Falls marathonorganisatie, want die bussen zagen er nog zo akelig leeg uit. De receptionist reageerde verbaasd. Een andere taxichauffeur naast hem reageerde hetzelfde. Nee, dit waren andere bussen. Gezamenlijk keken we het marathonkrantje na die ik van de marathonorganisatie had gekregen en de twintig vellen uitdraai die ik thuis van de marathonwebsite had geprint. Er stond nergens een uitdrukkelijk adres vermeld vanwaar de bussen zouden vertrekken en evenmin een telefoonnummer waarop marathonofficials te bereiken waren, óók niet op m’n buskaart. Het was werkelijk bizar. De receptionist was een doortastende persoonlijkheid. Op zijn computer zag hij dat de in de marathonpapieren vermelde Crowne Plaza waarschijnlijk het zusterhotel in Niagara Falls moest zijn, zo’n 150 km verderop. Het kwartje viel. De marathonorganisatoren waren automatisch er vanuit gegaan dat alle van ver komende marathondeelnemers hun overnachting zouden boeken in Niagara, waar naast een weliswaar imposante waterval volstrekt niets te doen is, tenzij men een frequent casinobezoeker is. Dat een relatief nabijgelegen, grote stad als Toronto met zijn 4 mln inwoners voor een toerist wellicht meer vertier in huis heeft, was kennelijk niet bij hen opgekomen. De receptionist reageerde vrij cynisch op de gang van zaken en de matige infovoorziening van de organisatie. Toen de situatie mij duidelijk werd, heb ik me ultra-Brits opgesteld. Dat wil zeggen, ik koos mijn woorden heel zorgvuldig en diplomatiek, was uiterlijk onbewogen maar inwendig ziedend. De receptionist vertelde ik: ”I will give the organisation some feed back in this matter”. Hij glimlachte begrijpend terug.

P1120994  P1130080 
 P1130051  P1130188

Het was inmiddels acht uur geworden. De laatste bus met marathondeelnemers zou inmiddels al onderweg zijn van de Niagara Falls naar het startpunt in Buffalo (state New York). De receptionist gaf aan dat ik nog ruimschoots de tijd had om met een taxi in Buffalo te komen. “If you can pay, you can fix it all’. Deze Cruijfiaanse opmerking was zo waar als een koe. Maar ik had niet zo veel trek om de hoofdprijs te gaan betalen. Ik informeerde bij de taxichauffeur bij de receptionist naar de prijs. En jawel hoor, weer zo’n uitzuiger. Ditmaal bedroeg de vraagprijs zelfs $ 350. Ik keek naar de receptionist om te kijken wat hij over deze prijs dacht. Hij keek neutraal zodat ik van hem nu geen steun had. Ik antwoordde de taxichauffeur: ”Let’s say $ 300, then we have a deal”. Hij ging ermee akkoord. Hij gaf aan dan nog eerst even langs huis te moeten gaan om zijn paspoort op te halen. We zouden anders vast problemen krijgen met de douane. Ook reden we even langs een geldautomaat waar ik geld voor de taxirit kon pinnen. De taxichauffeur was een Indiër, een boom van een vent en heel gemoedelijk. We raakten in gesprek over reizen en hardlopen en hij gaf aan dat hij sinds kort drie keer per week op de baan trainde, omdat hij niet zo heel lang terug rugklachten had gekregen en vermoedde dat de oorzaak bewegingsarmoede was. Hij had ook al een arts geconsulteerd, maar die kwam niet veel verder dan met schrijven van een recept en pillen zonder begeleidend lichamelijk onderzoek. Ik gaf aan dat hij waarschijnlijk een juiste beslissing had genomen om te gaan hardlopen. De taxichauffeur trapte het pedaal wat dieper in dan normaal om zo op tijd bij het startpunt te komen. Hij haalde ook enige malen rechts in zonder dat het stresserig of agressief werd. Tijdens de taxirit hadden we nog een logistieke hobbel te nemen. De taxichauffeur had sinds een paar dagen een nieuwe gps in zijn auto en wist nog niet goed hoe een adres in Buffalo in te voeren. Zijn vorige gps vond hij nogal onhandig werken en had die daarom een paar dagen daarvoor aan zijn schoonzus als haar verjaardagscadeau gegeven. Zo gaat dat daar aan de andere kant van de oceaan…. Tijdens de rit zat ik het apparaat uit te proberen. Het was een grappig stukje teamwerk en na 10 minuten had ik het voor mekaar. Een echt straatadres in Buffalo kon ik echter niet opgeven, want ook deze gegevens stonden niet vermeld in dat fantastische marathonkrantje. Wel was een omschrijving van de startlocatie aangegeven: The Albright-Knox Art Gallery in Buffalo N.Y. (wie kent het niet?). Echter een gps heeft niets aan zulke informatie, wel aan harde coördinaten. We kwamen om even na half tien aan bij de douane bij Buffalo. Als het mee zou zitten, dan zou ik nog net op tijd bij de start kunnen verschijnen. Een gortdroge douanebeambte nam onze paspoorten in en gaf de taxichauffeur stroef te verstaan zijn auto even verderop te parkeren. De taxichauffeur gaf aan dat we haast hadden, omdat ik over een klein half uur zou moeten starten op de marathon. De douanebeambte was onvermurwbaar. De taxichauffeur parkeerde de taxi en we gingen het douanekantoor binnen. Na tien minuten wachten liep ik naar een loket en informeerde voorzichtig of ik nog lang moest wachten omdat de start van de marathon aanstaande was. Het antwoord was “Sir, don’t worry, we are proceeding your entrance as soon as possible”. Na nog eens tien minuten werd ik naar een loket geroepen waar een douanebeambte zat met een (inmiddels door mij zwaar verfoeide) groene formuliertje (admission permit). Dat formuliertje had ik al enige keren ingevuld en ik verwonderde mij erover dit formuliertje steeds opnieuw te moeten invullen. Hetzelfde geldt voor het herhaald afnemen van de vingerafdrukken van alle vingers en het maken van een foto. Kennelijk wordt e.e.a. niet centraal geregistreerd in de VS, the world’s first nation. Het formuliertje met al zijn vragen had de douanebeambte gelukkig al grotendeels ingevuld. Ik hoefde alleen nog een handtekening te zetten. De taxichauffeur informeerde bij de douanebeambte waar het the Art Gallery was en kreeg aanwijzingen die later nog eens fout bleken te zijn ook.

Inmiddels had ik mijn ‘emotieknop’ helemaal omgezet. Ik was de rust zelve geworden en kalmeerde de wat opgewonden geraakte taxichauffeur. Zo’n emotieknop is geweldig. Het maakt je onkwetsbaar voor elke volgende tegenslag of toevalligheid dan ook. Dat ik te laat aan de start zou verschijnen, stond voor mij als een paal boven water. Het zou een Rome-scenario worden uit 2002. Maar wat dan nog? We kwamen om kwart over tien bij het museum aan. Ik betaalde de taxichauffeur, bedankte hem hartelijk want ik was erg blij dat ik nu toch van start kon gaan. In feite had de beste man mijn marathontrip gered. Bij het museum was niemand meer te zien. Vreemd. Ik ging naar binnen en zag achter een paar tafels wat mensen zitten. Ik vroeg waar de start van de marathon was. “It’s on the other side of the building, Sir” was het antwoord. Ik vroeg verder of ik m’n marathontas kon achterlaten. Volgens de info uit het krantje konden de marathondeelnemers hun kleding e.d. uitsluitend in de door de organisatie verstrekte (fraaie) sporttas aan de bagagebus meegeven. Bij de Security kon ik m’n tas afgeven. Ik kreeg wel een waarschuwing mee: “We don’t take any responsibility for your bag, Sir.” Ik antwoordde: “Don’t worry. I will take the responsibility. There are only some clothes in it”. Hierna ging ik van start, maar met een vaag onbestemd gevoel…

 P1130163 P1130097 

Ik liep buiten om het museum heen en zag ook aan de achterzijde helemaal niemand. Wel zag ik een chronometer staan. Deze gaf 26.39 min aan. Ik was dus een klein half uur te laat. Iets verderop zag ik wat mannen staan bij de restanten van een neergelaten opblaaspoort. De poort stond op een punt waarbij meerdere straten samenkwamen. De mannen gaven aan welke straat ik moest nemen, want er was verder geheel geen aanwijzing meer te vinden waar het parcours was geweest: geen afzethek en ook geen afzetlint. De weg was een lange brede weg. Nadat ik een km had afgelegd, kon ik m’n vaag onbestemde gevoel thuisbrengen. Ik was iets vergeten: m’n buideltas met energierepen en reservebatterij voor de camera. Ach ja, dat kon er ook nog wel bij! Het noodlot was mij nu duidelijk aan het tarten en ik was vast besloten om geen krimp te geven. Wat te doen? Terugkeren? M’n laatste marathon zonder energiekoeken was de fraaie Flanders Field marathon in België uit september 2001. Die marathon werd door een acuut opgekomen hongerklop na ca 15 km mijn zwaarste marathon ooit op een vlak parcours. En de batterij van mijn huidige toestel. Zou hij het nog uithouden? Volgens het schermpje zat ie nog voor ¾ vol. Dit was wel een erg bijzondere marathonbestemming en geen foto’s meer kunnen nemen aan het einde zou erg zonde zijn, zeker bij deze spectaculaire waterval. In de taxi had ik vier zware appelsuikerbroodjes gegeten met een fles sinaasappelsap. Mijn maag was er nog vol van. Wat betreft de batterij van de camera: ik herinnerde me dat de camera de dag daarvoor nog had aangegeven dat de batterij voor 100% vol was. Zoveel foto’s had ik daarna niet meer gemaakt. Bovendien was het op de marathondag vrij warm weer en dat verlengt het prestatievermogen van de batterij. Ik besloot het erop te wagen om nu gewoon verder te gaan en keerde niet terug.

Na al hectiek van die ochtend voelde ik op het moment dat ik liep me toch heel gelukkig. Heel onwerkelijk was dat. Wellicht vond het zijn verklaring in het feit dat ik uiteindelijk toch kon doen waarvoor ik was gekomen: een mooie marathon doen. En mooi beloofde hij zeker te worden want het was een prachtige dag. De lucht was vrijwel wolkenloos en er stond vrijwel geen wind. Kort na de start kreeg ik het al warm en bond m’n trainingsjas om m’n gordel. Ook de omgeving was mooi. De verkleurende bomen langs de straten en in de tuinen waren prachtig. Nog groene bomen werd afgewisseld met bomen met bananengele bladeren, diep sinaasappeloranje of kersenrood. Deze marathon werd voor mij de Gouden Niagara Falls Marthon. Maar goed, er moest nog gepresteerd worden en dit was nog slechts het begin.

P1130063  P1130203 

Op de eerste paar kruispunten van het parcours had ik nog enig houvast aan enkele oranje kegelvormige wegmarkeringen. Deze hadden wellicht als straatafzetting gefungeerd voor de marathon. Maar na een km waren ze er opeens niet meer. Bij een rotonde nam ik een gok want er was niemand op straat. Gezien de richting van het marathonparcours zou rechtdoor gaan de meest waarschijnlijke optie zijn. De gok pakte goed uit. Een verderop in de middenberm gezeten man had marathonlopers voorbij zien komen. Een paar honderd meter verder was een kruispunt met een nog bredere weg. Hoe nu te gaan? Terrasbezoekers van een (banket)bakkerij op de hoek van het kruispunt gaven aan dat ik hier linksaf moest gaan. Gelukkig was dit de laatste keer dat ik de hulp van het publiek nodig had. In de verte ontwaarde ik een fietser met een oranje vlag, een hardloper ernaast en een stapvoets rijdende politieauto vlak ervoor. Dat zou waarschijnlijk de laatste loper zijn. En dat klopte. Het gaf me een gerust gevoel dat ik nu als deelnemer midden in de race kon voortgaan. Al gauw kwam ik groepen wandelende en sjokkende deelnemers tegen. Het waren lopers die de toegestane zeven uur voor de marathon wellicht hard nodig zouden hebben. Er was ook een grappig verklede deelnemer bij: Larry the Lighthouse. Het was een loper die zich had uitgedost in een zeshoekige witte vuurtoren-outfit. Aan de voorzijde had hij een klein kijkvenster gemaakt. Larry liep voor een goed doel.

De douanecontrole van de VS was vlak voor de enorme ijzeren boogbrug, the Peace Bridge, over de St Lawrence River. Ik verwachtte weer een intensieve douanecontrole en hield m’n paspoort alvast gereed. Verrassenderwijs kon ik nu zonder enige controle de brug op. Bovenop de brug was aan de linkerzijde een fraai uitzicht over Lake Erie en rechts de brede St Lawrence River. Midden op de brug markeerden de vlaggen van de VS en Canada het exacte grenspunt. Op het neergaande stuk van de brug zag ik grote groepen lopers lopen aan de linkeroever van de rivier. Deze lopers hadden al de lus gerond rond Fort Erie waar in 1814 tijdens het beleg van het fort in de ´Oorlog van 1812´ een van de bloedigste veldslagen tussen de Engelsen en de Amerikanen heeft plaatsgevonden.

De ruim 30 km lange Scenic Niagara Boulevard langs de St Lawrence River was fraai om te lopen. Bebouwing met typisch Amerikaanse huizen wisselden af met kleurende bossen en open ruimtes. De verzorgingsposten waren prima geregeld. Haast te veel eigenlijk. Op elke mijl (1 Engelse landmijl is 1.609 m) was een verzorgingspost ingesteld. De posten werden bemand door jonge vrijwilligers die naar hun kleding te beoordelen veelal leden van een (hardloop)vereniging waren. Het vrijwilligerswerk geniet in Canada en de VS overigens een hoge status. Het wordt uiterst serieus opgevat en wordt ook beschouwd als een manier om je nuttig te maken voor de maatschappij. Het lopen tijdens de race ging onverwachts heel soepel. Het werd een grote inhaalrace ondanks dat ik wat ingehouden liep omdat ik geen energiekoeken bij me had. Ik heb wel talloze bekers sportdrank en water gedronken om voldoende verbrandbare suikers binnen te krijgen. Op de 30 km kreeg ik toch een wat hongerig gevoel. Maar nu was de voorzienigheid mij eens gunstig gezind. Er stond een mevrouw met een doorzichtige plastic pak koekjes. Het was een verpakking voor slechts zes dikke koeken. De meeste koeken had ze verkruimeld tot brokken van 2-3 cm. Daar nam ik een paar van, maar zag dat er nog twee ongebroken koeken aanwezig waren. Ik vroeg of ik een volledige koek mocht pakken “because I have got a great hunger”. Dat was geen bezwaar. “Take anything you want”, zei ze. Dat was in geen dovemansoren gezegd. Sorry mevrouw, voor mijn gulzigheid!

 P1130204 P1130221 

Op de 27 km zag ik over de brede rivier in de verte al de finish van de Niagara Falls liggen. De mij bekende Yukon Tower stak boven alle andere hoge hotelbebouwing uit. Ook was de mistgordijn van de waterval goed te zien. Het leek wel of een grote koeltoren van een energiecentrale aan het werk was. Gaandeweg werd de skyline van Niagara steeds prominenter. Zo’n twee kilometer voor de waterval begint de St Lawrence River te veranderen. Het water begint dan al sneller te stromen. Een kilometer verderop beginnen de eerste stroomversnellingen die gaandeweg steeds wilder worden. Vanaf de stroomversnellingen heb ik ruimhartig gefotografeerd. Hier was het mij ten slotte om begonnen. Ik heb op m’n dooie akkertje vanaf diverse plaatsen de rivier gefotografeerd, en zo veel mogelijk ik combinatie met fraai verkleurende bomen.

Met een bruto tijd van 4.39.39 uur kwam ik over de finish. De finish was pal naast de Horse Shoe Falls. Een geluksgevoel vulde me. Zojuist had ik een juweel van een marathon volbracht. Tijdens de race was alles perfect gegaan. Nu eens geen gekke incidenten meer en ik was geeneens echt moe. Met een prachtige marathonplak om m’n hals heb ik nog enige poseerfoto’s gemaakt met de indrukwekkende waterval op de achtergrond.

P1130232  P1130237 
 P1130239  P1130240

Maar de voorzienigheid had nog een laatste verrassing voor mij in petto. Eigenlijk was het geen verrassing meer, want ik had al een voorgevoel dat iets met mijn tas nog niet in orde was. Ook hier bleek mijn voorgevoel het juist te hebben. M’n tas was niet meegekomen naar de finish. In geen enkele bus lag een blauwe tas met racenummer 053. Maar vanwege m’n voorgevoel die me op deze situatie al had voorbereid en een heel prettig verlopen marathonrace, kon ik nu op deze laatste incident heel laconiek reageren. “What’s next?” dacht ik. Ik informeerde bij diverse marathonofficials wat ik kon doen om m’n tas terug te krijgen. Uiteindelijk kwam ik in contact met de race director: Melissa. Zij zat met dit voorval erg in haar maag. Ze bekeek de mogelijkheden en legde die aan me voor. Ze was zelfs bereid om zelf heen en terug te rijden naar het startpunt! “But it would take at least two hours to be here back again”. Ik vertelde haar dat ik m’n paspoort bij me had en dat ik eventueel mee zou kunnen rijden naar Buffalo om vandaar uit met de bus of trein terug te rijden naar Toronto. De aanwezigheid van m’n paspoort maakte de zaak voor haar heel anders. Zo kon ik nu met haar man en twee kinderen terugrijden naar Buffalo. Zij woonden daar en hoefden zo geen extra km’s te maken.

 P1130254  P1130259
 P1130267  P1130274

Melissa was zelf ook een fervent marathonloopster. Ze had er al zeventien gedaan en was bezig om in alle staten van de VS een marathon te doen. Deze doelstelling hebben Amerikanen overigens vaker zo had ik al eerder gemerkt. Ik vertelde dat ik marathonlopen tot m’n hobby had gemaakt en dat ik daarvoor in voorkomend geval een reisje aan vastknoop. Ze was er erg verbaasd over en stelde diverse vragen. “Do you have so many holidays? Are you married? What kind of work are you doing that you can do this?” Etc. etc. Ze vertelde ook een en ander over de marathon en haar functie als race director (op vrijwilligersbasis!). Aan de marathon zelf hadden zo’n 800 deelnemers meegedaan. Tezamen met de halve marathon, de 10 km, 5 km en de kids run waren het ruim 8.000. Melissa was heel doortastend in haar optreden. Tijdens de autorit raadpleegde ze via de blackberry naar de vertrektijden van bus en trein van Buffalo naar Toronto. Ze deed ook een suggestie ook om een auto te huren, maar daar had ik geen behoefte aan. Ik had al genoeg gedoe gehad die dag. Ik wilde slechts één ding: een ticket in mijn knuisten -maakt niet uit welke- en daarmee was voor mij de kous af. Bij de grenspassage verliep alles soepel. We hoefden dit keer slechts onze paspoorten te laten zien. Dat was voor hen ook een mazzel en opluchting, want ze ergerden zich ook aan het omslachtige gedoe en ondervragingen waar zijzelf als plaatselijke bewoners kennelijk ook mee te maken hebben. Om half vijf had ik m’n tas terug. Melissa zette me kort daarna af bij de Greyhound station. Ik bedankte haar hartelijk voor de voortreffelijke service en wenste haar veel succes met haar inspanningen om de marathon te laten uitgroeien tot een mooi aansprekend evenement voor (internationale) marathonlopers. Mijn voornemen om de marathonorganisatie een zekere ‘feed back’ te geven was vanwege de goede service van Melissa vrijwel helemaal weggesmolten.

 

P1130275   P1130276
 P1130277  P1130282

Een klein half uur later vertrok de bus naar Toronto. Mooier kon het haast niet. Helemaal niet als je daarbij de prijs van een busticket in ogenschouw neemt: slechts $ 24. De busreis verliep soepel, ook al duurde de douanecontrole ruim anderhalf uur. Ik voelde me uiterst gelukkig en voldaan toen ik ’s avonds om acht uur in het centrum van Toronto uitstapte en met soepele benen terug naar het hostel liep. Wat kun je als mens toch allemaal beleven en wat kan een dag toch bizar verlopen! Maar het eindresultaat is het enige dat telt en dit resultaat was voor mij meer dan goed. Alles terugziende moet ik toch glimlachen. Ik moet zelfs toegeven dat al die toestanden toch ook wel iets leuks had. Er is hectiek, deining, er gebeurt iets en dat is nu juist datgene waarvoor je op vakantie gaat. Waar of niet?

 P1130281

Raymond

Link naar foto-album

 

contentmap_plugin

Tags: Landschappelijke marathons