• Home
  • Verslagen
  • Reisverslagen
  • Onvergetelijk mooie ervaringen in de Witte Woestijn na een revanche op de Pharaonic Run

Onvergetelijk mooie ervaringen in de Witte Woestijn na een revanche op de Pharaonic Run

Artikelindex

Voorwoord

Bij sommige looptrips gebeuren er dingen waardoor een herhaalbezoek nodig is om iets recht te zetten. Zo ook bij de 100 km van de Pharaonic Run van El Fayoum naar Caïro. In 2010 had ik geprobeerd om deze loop te volbrengen maar door omstandigheden kon ik dat jaar niet de volle afstand afleggen, maar moest ik uitstappen op de 75 km. Mijn lichaam was door een meerdaags slaaptekort en door de hoge temperaturen (27 graden) uitgeput en kon niet meer tot prestaties komen. Dan kun je slechts één beslissing nemen hoe jammer en moeilijk dat ook is. Ik nam mijn verlies maar nam me direct voor om mezelf het volgende jaar te revancheren. Inmiddels zijn we een bewogen jaar verder en ben ik weer in Caïro en zit ik weer in het hetzelfde Horus House Hotel op het rustige eiland Zamalek om m’n ervaringen gedurende deze reistrip op m’n notebook -inmiddels een ouwe trouwe metgezel op m’n loopreizen- vast te leggen.

Naar mijn voorgevoel gaat deze reis heel bijzonder worden. Alle ingrediënten daarvoor zijn aanwezig: een nieuwe maar helaas weer bloedige revolutie in Egypte lijkt zich te voltrekken op het Tahrirplein, op slechts loopafstand van het eiland Zamalek.

001P1470144  002P1470199 

Verder komt een goede vriend uit m’n eigen studententijd -Frank Breugem- speciaal over uit Rotterdam om als mobiele verzorgingspost op de fiets mij gedurende de Pharaonic Run bij te staan. Voor mij is deze begeleiding om meerdere redenen heel belangrijk. Gedurende deze lange loop zal ik wellicht weer zware momenten beleven. Een goede vriend geeft je dan psychologisch steun in zulke fasen. Zo heb ik vorig jaar veel te danken gehad aan Harmen Perk en Gero Kloppmann die toen de mobiele verzorgingsposten waren. Een ander groot voordeel van een mobiele verzorgingspost is dat je op tijd je natje en droogje krijgt. Zeker op zo’n lange afstand is dat belangrijk. Ik heb bij mijn voorgaande ultralopen gemerkt dat het lichaam zo comfortabel mogelijk moet worden gemaakt om over een lange tijdsperiode te kunnen presteren. De motor moet zo soepel mogelijk blijven draaien. Alleen dan is zo’n slijtageslag van 12 uur vol te houden.

 Dag 1: Zondag 20 november 2011

Op zondagochtend 20 november om even voor vijf uur in de morgen ging de wekker. Gelukkig had ik nog een nachtrust kunnen pakken van zo’n vier uur, want ik moest met m’n Belgische huurauto naar vliegveld Zaventem bij Brussel rijden. De rit ging soepel ondanks dat in Nederland de mist plaatselijk erg dicht was en de signaleringsborden boven de snelwegen herhaaldelijk een snelheidsbeperking aangaven. De huurauto was een Nissan Micra, zeg maar een groot uitgevallen gazonmaaier waarvan de maaikoppen verwijderd zijn. Maar ik moet erkennen dat de rij-eigenschappen van dit apparaat prima waren. Om kwart over zeven stond ik op Zaventem en had nog een kleine twee uur te gaan voordat m’n vliegtuig opsteeg.

 P1470044  P1470090
 P1470133  P1470105
 P1470135  P1470140

De vlucht naar Caïro met een tussenlanding in Akaba (Jordanië) ging ruim zes uur duren. Maar dat was niet erg. Ik kon m’n tijd heel nuttig besteden. Ik had het boek “De mens als duurloper” meegenomen. Dave Boone, een nog heel jonge ultraloper van slechts 22 jaar die ik op de Run van Winschoten had ontmoet, had mij dit boek aangeraden. Het is een prachtig boek, heel meeslepend geschreven door een markante ultraloper die ons helaas veel te vroeg is ontvallen: Jan Knippenberg. Jan was bij leven een bevlogen amateurloper, een natuurmens en historicus tegelijk. Hij bezat eigenschappen die we afzonderlijk tegenkomen bij Geert Mak, Wilfried de Jong en Jan Wolkers. Gezien het boek lijkt Jan Knippenberg geïnspireerd geweest door Arthur Newton, een Britse ultraloper die begin vorige eeuw naar Zuid-Afrika was geëmigreerd en daar een bloeiende plantage met uiterste volharding vanaf het niets opbouwde, maar door de depressie uit de jaren dertig het op den duur moest opgeven. Door toeval is Newton op het spoor van ultralopen terecht gekomen. Newton was een vat vol tegenstrijdigheden: enerzijds bezat hij als ultraloper een pitbull-mentaliteit en was hij een echte straatvechter tegenover zijn tegenstanders. Anderzijds was hij een nogal afstandelijke gentleman die zich in de high society zich prima zou thuisvoelen. Alle andere lopers mochten hem alleen aanspreken met “Sir”, maar deden dat al automatisch vanwege zijn statuur. Newton heeft in Zuid-Afrika, Engeland en de Verenigde Staten aan zeer lange races meegedaan (namen uitzoeken) en was daarbij correspondent voor diverse grote kranten. De naam ‘rennende reporter’ lijkt voor hem te zijn uitgevonden. Jan Knippenberg bezat de gave om de ultralopers neer te zetten als zeer bijzondere mensen met een filmisch leven. Voor mij als beginnend ultraloper -ik ben slechts twee jaar bezig- is dit boek een bijzondere inspiratiebron en fungeert het ook als een spiegel voor mij.

Om even voor zes uur (Egypte loopt één uur voor op centraal Europese tijd) landde het vliegtuig in Caïro. Een gouden zonsondergang was mijn begroeting. In het Horus House Hotel kende ik nog een paar mensen van vorig jaar, met name een oudere, eigenzinnige ober die al jarenlang kennelijk tot het vaste meubilair behoorde van het hotel. Een heerlijk Stella biertje op het balkon vormde een goed besluit voor de eerste dag.

contentmap_plugin

Tags: Ultralopen